vrijdag 11 december 2009

Zending en Gemeente conferentie

Ron & Nel Scholman schrijven n.a.v. de conferentie:

Het meest markante van de afgelopen periode was natuurlijk de week met alle zendelingen van Zending en Gemeente. Een bijzonder gebeuren omdat Kees & Fieke officieel afscheid namen en anderen het sleeptouw overnamen. Onze dank hebben we kunnen uiten naar de Heer en naar hen voor de trouw al die 40 jaar.

Wat moet je van een dergelijke week verwachten? We wisten het eigenlijk niet. Achteraf zeggen we: het was heel bijzonder! Met niets anders te vergelijken.

Elke zendeling kon zich presenteren, zoals zij/hij dat wilde. Hanspeter Bolli was de eerste en hij zette direct de “toon”: niet verhalen van successen, grote dingen die God doet in aantallen, maar een God die grote dingen doet in het persoonlijke leven van elke zendeling, een God die ons op de weg naar heiliging leidt en begeleidt.

Zelf was ik ook erg geraakt tijdens de eerste avond. Het was de avond waar de “jonge garde” werd voorgesteld. In de eerste plaats natuurlijk vond ik het aantal jonge zendelingen fantastisch, maar ook om hen persoonlijk te leren kennen. Verschillende van hen kenden we alleen van foto’s. Hun getuigenis heeft mij bijzonder geraakt. Als ik geen zendeling was, zou ik zo zin hebben om de zending in te gaan! Jonge gezinnetjes te zien, die alles opgeven om de Heer te dienen. Je ziet jezelf weer, bijna 30 jaar terug toen wijzelf weggingen, enthousiast maar zonder erg goed te weten wat ons te wachten stond. Dat deze jonge gezinnetjes ervoor kiezen is iets wat ik in deze moderne tijd niet meer voor mogelijk hield en toch zijn ze er om voor 100 % te gaan staan in Zijn wijngaard. Ja, wonder boven wonder, er zit nog leven in de zending!

Ons honk
En nu weer terug op “ons honk” waar we ons “thuis” voelen! Thuis is de plek waar God je geplaatst heeft en waar Hij je geeft wat je nodig hebt om gelukkig te zijn en dat te doen wat Hij van ons vraagt!

Bemoedigingen
De laatste weken werden we bemoedigd door verschillende “kleine, vluchtige opmerkingen”. Geen getuigenissen van een half uur, maar in de “wandelgangen”.

Zo was er Christophe, die, toen we naar de ruimte liepen waar we de ochtend-bidstond in het opvangtehuis houden, ons “zomaar” zei: “Ik heb helemaal geen gedachten van zelfmoord en zelf-mutilatie gehad de laatste weken!” Op onze vraag wat dan de oorzaak van die verandering was zei hij: “Sinds jullie met mij hebben gesproken over het feit dat God vergeeft, zodat ik mezelf ook kan vergeven!” Daarna liep hij door… Fantastische opkikker! Oh, hij is er nog niet, maar zo gaat de Heer stapje voor stapje met hem door. Misschien is een volgend stapje dat Christophe naar de bidstond komt? Wie weet. In ieder geval doet God grote dingen in zijn leven en hij merkt dat!

Ludo, heel timide en verlegen kwam hij aan. De psychologen hadden een sticker op hem geplakt. Zoiets als: “Komt nooit van de drank af”. Hij heeft ter harte genomen wat wij hem hebben verteld: “God zegt van jou, dat jij een wonderbaar schepsel bent! En als je dat jezelf nu elke morgen in de spiegel vertelt, dan verandert God je!”

Kunt u zich dan voorstellen dat je in jezelf lacht als je ziet dat hij de vertegenwoordiger is geworden van de jongens in een soort raad van bewoners en directie? Voor hem geldt ook: het is maar één stukje van de weg naar herstel, maar hij is verbaasd over zichzelf en zeer zeker ook over wat God in hem doet.

Evangelisatieavond
Gisteravond ben ik met een aantal gasten naar een evangelisatieavond gegaan. Er was een voetballer van Paris Saint Germain, een Braziliaan, die zijn getuigenis gaf. De jongens waren diep geraakt door de vrijheid waarmee hij over zijn geloof sprak. Ook over het feit dat het erg moeilijk is om in dat milieu je geloof te behouden. U begrijpt dat voor dat soort happenings de jongens wel mee te krijgen zijn. Begin december hebben we een groep uitgenodigd, die via sketches een christelijke boodschap overbrengt. Het zal iets moeilijker worden om hen te motiveren om zo’n avond bij te wonen.

Rest me jullie nog hele fijne feestdagen te wensen en een gezegend 2010!

Liefs van Ron en Nel Scholman


dinsdag 27 oktober 2009

Wat een week...

Wat een week hebben we achter de rug !

Zending & Gemeente bestond 40 jaar en Kees en Fieke namen afscheid als leidend echtpaar. Dat was de reden dat we bijeen waren met Nederlandse zendelingen werkend in Zuid-Oost Azië, Australië, Chili, Equator, Bolivia, Peru, Brazilië, Martinique, Suriname, Curaçao, Haïti, Colombia, Mexico, Jamaica en Nederland!
Oudere zendelingen zoals Nel en ik, maar wat ik steengoed vond en waar ik erg door ben bemoedigd dat waren de jonge echtparen die er voor kiezen zendeling te zijn. Vaak horen we van "short time zendelingen" en we vroegen we ons af of we als langdurig zendeling een uitstervend ras waren ! Gelukkig niet, van de 24 zendingsechtparen/posten waren er 8 jonger of iets over de 30.!!! Fantastisch niet? Als je hun getuigenissen hoorde, dan zou je zo zin hebben om de zending in te gaan!

Persoonlijk zijn we erg bemoedigd, na het overlijden van Patrick zei ik: het is alsof er een veer is gebroken, we doen alles op de automatische piloot.
Ik geloof dat de Heer in de ze afgelopen week ons een nieuwe impuls heeft gegeven, we hebben er weer zin in, we hebben weer plannen, we maken weer plannen. Dank U Heer voor wie U bent! We gaan ervoor!

Angelina (onze schoondochter) heeft besloten om terug te gaan Nederland. Dit zal zijn beslag krijgen deze week. Dit om reden van van hun jongste kind die zorg nodig heeft welke in Nederland beter is dan in België. Alleen ze hebben nog geen huis (!) en logeren zolang bij haar ouders. Wist U dat het voor een Nederlander die terugkomt uit het buitenland een ramp is om een huis te krijgen? Wilt U bidden dat zij een huis zullen vinden in de buurt van het verzorgingscentrum?

Heel veel liefs,
Ron en Nel

zaterdag 17 oktober 2009

Een bericht aan de huiskringen

Lieve allemaal,
Voor het eerst sinds lange tijd willen wij deze kringavond weer in jullie midden zijn, middels deze brief.
We hebben een heel nare tijd achter de rug na het verlies van Patrick en dinsdag 13 oktober is dat precies een jaar geleden.
We zijn al die tijd "gewoon" doorgegaan met ons werk en dat heeft ons goed gedaan. Niet bij de pakken neerzitten: en we zagen en ervoeren dat dat goed was. We waren niet in staat om verder dan één dag te kijken en hadden geen lust om toekomstplannen te maken. Het was echt: elke dag heeft genoeg aan zijn eigen zorgen.
Nu na een jaar gaat het emotioneel gezien veel beter, maar om nu te zeggen dat ik zin heb om dit of dit te gaan aanpakken: nee, niet echt. Ron zit wat anders in elkaar en heeft wat meer visie en dat is maar goed ook. Ik denk wel, dat we veranderd zijn in dit jaar: niet verbitterd of zo, maar wel beter het verschil aanvoelen voor ons tussen belangrijke en onbelangrijke zaken.
We danken jullie vanuit ons hart voor jullie bemoedigingen door kaartjes, mailtjes en telefoontjes en vooral door jullie gebed!Goed, we gaan dus nog steeds "gewoon" door en vragen jullie gebed voor, wat we in ons "skype-contact" zondag al even aanroerden, het nieuw te bouwen centrum. De bewoners van de gemeente waarin dit moet komen zijn het er helemaal niet mee eens en proberen door allerlei acties de bouw tegen te gaan. Nu is het zo dat de huidige behuizing oud is en er heel wat aan opgeknapt moet worden, wil het leefbaar blijven (lekkages, electriciteitsleidingen die geheel vernieuwd moeten worden, het niet meer voldoen aan de veiligheidsnormen enz.). De overheid knijpt nu nog een oogje toe, omdat er nieuw gebouwd gaat worden, maar dat moet natuurlijk niet te lang gaan duren.

Blijven jullie alsjeblieft ook bidden voor een blijvende belangstelling voor de alphacursus, beter nog: een toenemende belangstelling!
De mensen worden aangeraakt; Bidt dat het blijft hangen en dat het in praktijk omgezet gaat worden.

Wij wensen jullie een heel goede kringaond en Gods rijke zegen voor jullie allemaal.

Liefs Ron en Nel

vrijdag 25 september 2009

“Start” zegt mij iets van...

“Start” zegt mij iets van: Weer oppakken wat eventjes heeft stilgelegen, opnieuw beginnen, iets nieuws beginnen.

Weer oppakken wat eventjes heeft stilgelegen.
In de vakantietijd lijkt het net alsof de mensen het wat makkelijker nemen, alsof de problemen eventjes stilliggen. Ik moet ook zeggen met dat mooie weer ziet de wereld er anders uit en de mensen nemen de zaken wel weer op na de vakantie. Het werk in het opvanghuis ziet er dan ook anders uit. Er zijn minder mensen op te vangen, want eventueel op straat leven is in de zomer niet zo’n groot probleem. Wanneer het weer wat kouder wordt, zie je dan ook dat de aanvragen toenemen. De gespreksgroepen gaan dan ook weer beginnen evenals een nieuwe cyclus van de Alphacursus.

Opnieuw beginnen.
Het is altijd heerlijk het gevoel te hebben van opnieuw beginnen. Dat wat je voor die tijd op een bepaalde manier deed, kun je nu eventueel wijzigen of aanpassen,”beter” doen.
Dat geldt voor de activiteiten, maar zeker voor wat betreft je relatie met de Heer. Bij Hem mag je iedere dag “opnieuw” beginnen. Dat geeft heel veel rust, moet ik zeggen.

Iets nieuws beginnen…..?
Het is moeilijk om daar iets concreter over te zijn. De bouw van de nieuwe behuizing van de opvangtehuizen, en daar mee verbonden onze verhuizing verloopt v.w.b. de papierwinkel goed. Alle vergunningen zijn binnen, alleen… de nieuwe buren zijn niet zo erg blij met onze komst en vrezen dat onze jongens “gevaarlijk” zijn en het niveau van de wijk naar beneden halen (dat hun huizen minder waard worden…). Zij kunnen tot het eind van de volgende maand een proces beginnen tegen de bouw. Dus dat betekent nog één maand afwachten of langer als ze winnen.

Toch nog even een terugblik
We zijn heel blij met het feit dat alle jongens van het opvanghuis deelnemen aan het gemeentekamp. Dit is ook een hele bemoediging voor de voorganger van de gemeente, die eigenlijk dit werk onder zijn handen vandaan zag doorglippen. We bidden dat dit werk als onderdeel van de gemeente zal blijven voortbestaan. Op dit moment zijn ze daar nog en komen pas dit weekend thuis; we zijn benieuwd naar hun reacties.

Heel veel vriendelijke groeten en een heel gezegend nieuw seizoen toegewenst.
Ron en Nel Scholman

donderdag 9 juli 2009

Vertrouwen en evangelisatie

Zondag 28 juni was er een herdenkingsdienst vanwege de 500ste geboortedag van Calvijn, die dienst werd midden in het bos gehouden op de manier waarop de Hugenoten vaak de diensten hadden.
Ik had de jongens uitgenodigd om die dienst bij te wonen. Twee wilden wel met me mee!
Onderweg vraag ik aan één van de jongens: "Ga je gewoonlijk naar de kerk?". Antwoord: "Nee, ik ben er nog nooit geweest!". Waarop mijn vraag "waarom ga je dan mee?". Nou, ik verveel me in het tehuis waar ik de hele week ben, en ik heb vertrouwen in jullie, dus het is een soort "uitje"!

Verschillende momenten tijdens de dienst, moest ik uitleggen wat er allemaal gebeurde: het papiertje wat we kregen? Dat zijn liedjes die we samen gaan zingen! Wat doet die beker op de tafel? Dat is het avondmaal ! Wat is dat dan? ... enz., enz.

Heeft U weleens iemand uitgelegd wat er tijdens een dienst gebeurt en waarom iets gedaan wordt? Ik kan U verzekeren dat je alle zeilen bij moet zetten om simpelweg een samenkomst begrijpelijk "uit te leggen" voor iemand die nooit in de kerk is geweest.

Eind reactie: hij heeft het "leuk, apart" gevonden. Kijken of de volgende keer hij weer mee wil!

Ron en Nel

zaterdag 4 juli 2009

God geeft kansen

Maandagochtend 29 juni hadden we een speciale bidstond. Zoals u waarschijnlijk weet gaan we 4 ochtenden in de week naar het centrum om een bidstond te houden van 07.30 tot 08.00 uur.
Nu was er groepsleider, die met een "interessante vraag" kwam. Hij zei: "Het is één jaar geleden dat een goede vriend van mij is overleden, kunnen jullie voor hem bidden in de bidstond?"...

Oh, eh, ah... Domweg Nee zeggen, want wij Protestanten bidden niet voor de doden zoals de Katholieken, was niet wat in mij opkwam. Ik dacht hoe kan ik dit initiatief "gebruiken" om mensen op de weg naar God te helpen?
Ik heb er met de groepsleider gesproken en we zijn er uit gekomen, dat we een bidstond doen, waar ieder, op zijn eigen wijze, omgaat met de herinnering van een overleden persoon.
We hebben de jongens er speciaal voor uitgenodigd!

Dank U Heer voor de mogelijkheid die we hadden om met die groepsleider te spreken over God, over hoe en wat met overleden personen, wat de Bijbel zegt, en welk een kans is daar ons gegeven om van Hem te vertellen! Ik was nooit op zo'n idee gekomen!

Ron en Nel

dinsdag 30 juni 2009

Einde (omega) Alpha-cursus?

Begin juni 2009 zijn we gestopt met de "aangepaste" Alpha-cursus. Maar de laatste avond met de getuigenissen, vond men het jammer dat we zouden stoppen. Een goed teken!



Toen kwam de vraag: "Gaan we niet door tijdens de vakanties?". Hier stopt in het algemeen alles tijdens de vakanties. Problemen kan je ook niet hebben tijdens de vakanties, want er is niemand om je te helpen...!!!
Wij antwoorden: "Luister, als jullie door willen gaan tijdens de vakanties dan doen we dat graag.", dus... met ingang van 4 juli beginnen we weer wekelijks te "Alpha-en".

Ron en Nel

vrijdag 29 mei 2009

Frankrijk: aantal sekten stijgt

PARIJS - Het aantal sekten in Frankrijk is de afgelopen vijftien jaar drie keer zo groot geworden, waarschuwt een Franse overheidscommissie.

De door de Franse overheid ingestelde commissie van toezicht, Miviludes (Mission interministérielle de vigilance et de lutte contre les dérives sectaires) geheten, heeft de opkomst van nieuwe sekten in een rapport beschreven. Ze wijst op activiteiten van ongekwalificeerde therapeuten van wie sommigen zich schuldig maken aan bedrog. Dat meldt France 24, maar niet zonder de kanttekening dat Frankrijk altijd al moeite heeft met 'sekten', en dat onduidelijk is wat er precies onder valt. In het land waar de scheiding van kerk en staat strikt is en tegelijk de Rooms-Katholieke Kerk model staat voor het klassieke geloof, wordt een religieuze groepering buiten gevestigde kerken al snel een sekte genoemd. Evangelischen in Frankrijk hebben daarvan wel last ondervonden.

De vrijheid van godsdienst in Frankrijk kent twee voorwaarden: het recht om niet te geloven moet gegarandeerd zijn en de publieke orde mag niet worden bedreigd. De commissie-Miviludes moet dit bewaken. Wetenschappers verwijten de commissie echter dat zij niet open staat voor veranderingen in het religieuze landschap die bij deze tijd horen. Prof. Raphael Liogier van het Instituut voor Politieke Studies in Aix-en-Provence denkt dat het Franse woord 'secte' door de verbinding met fanatisme snel argwaan en angst oproept. ,,In werkelijkheid geldt dit maar voor een minderheid van de nieuwe religieuze bewegingen.'' Liogier wijst erop dat geloven steeds meer een kwestie wordt van individuele keuzes: mensen stellen hun eigen geloofspakket samen.

In 2008 verklaarde de stafchef van president Nicolas Sarkozy in een interview dat sekten geen enkel probleem vormen in Frankrijk. De uitspraak riep verzet op, wat de gevoeligheid van het thema blootlegde. De regering haastte zich vervolgens om sektarische activiteiten te veroordelen.

Bron: ND 23 mei (met toevoeging van diverse links door het TFC)
Namens TFC Scholman

Het geeft in ieder geval een beeld van de omstandigheden waarin we werken.
Aan de ene kant zijn ze blij met de christenen, want veel sociaal werk, en hulp wordt begonnen door christenen, en dat werk wordt dan later of overgenomen door de overheid (ziekenhuizen begonnen door diaconessen) of gesubsidieerd door de overheid.
Aan de andere kant zijn die christenen lastig en zitten ze met hen in de maag omdat ze vanuit een duidelijk geloofsstandpunt werken.

Vooral als er dan weer een aanval wordt ingezet tegen de sekten, dan scheren ze alles over één en dezelfde kam. En dan sta je plots weer in de beklaagdenbank.

vrijdag 27 maart 2009

Onzekerheid? De zekerheid dat Hij alles in Zijn handen heeft

De structuur, waarin we werken, heeft wat interne veranderingen ondergaan, waardoor onze implicatie in het opvangwerk eventueel beïnvloed kan worden. De reden hiervan is, dat de directeur die we hadden, overgeplaatst is naar een ander werk. Nu wordt er gezocht naar een nieuwe directeur. Onze geestelijke inbreng hangt erg af van de nog aan te nemen directeur. Wij bidden dat hij een christen is, die het brengen van Christus in de structuur niet in de weg gaat staan of erger: zal verbieden. Dit laatste is heel goed mogelijk in Frankrijk. Je hebt namelijk niet het recht om in instanties, die door de overheid gefinancierd worden, over je geloof te spreken. Graag jullie gebed hiervoor.


De alphacursus loopt nog steeds, hoewel de laatste tijd er iets minder mensen komen. De jongens van het tehuis, die op deze cursus komen, hebben plannen en vooruitzichten om het huis te kunnen verlaten en een opleiding ergens anders te gaan volgen of zelfstandig te kunnen gaan wonen en werken. De nieuwe jongens die er daarna bijgekomen zijn, schijnen niet zo geïnteresseerd, dus de vraag is, hoe de opkomst in de toekomst eruit gaat zien.

Ron is nog steeds consulent in Château-Thierry. De gemeente baart wat zorgen op dit moment. De afgelopen 2 jaar heeft de broederraad de gemeente zonder voorganger moeten trekken, iets wat heel ongewoon is voor de Franse cultuur. Ze zijn er erg aan gewend een “chef” te hebben en vinden het moeilijk om zelf initiatief te tonen of een visie te hebben voor de gemeente, want dat laatste is iets wat de voorganger normaal heeft. Interne- of relatie problemen regelen is ook niet iets wat ze graag doen, dus dingen die besproken zouden moeten worden, blijven liggen en kunnen gaan “stinken”. Al met al vraagt dat veel aandacht en verschillende malen er naar toe om de situatie in goede vrede en harmonie te regelen.

Persoonlijk lijkt het of het gemis van onze zoon nu sterker is dan de afgelopen maanden. We hebben dan ook moeite op het ogenblik om ons er toe te zetten dingen aan te pakken. Er is ergens een “veer” gebroken.

Wij danken jullie heel bijzonder voor jullie meeleven en gebed voor ons.

Vriendelijke groeten
Ron en Nel.

zondag 1 februari 2009

Zending kan pijn doen

Zending heeft veel mooie kanten. Het is een vreugde om te zien dat op steeds meer plaatsen in de wereld mensen het goede nieuws horen en geloven. Het is een wonder dat God gewone, zwakke mensen zo’n kostbare boodschap toevertrouwt. De meeste mensen die bij zending betrokken zijn, zien dit dan ook als een voorrecht. Maar zending heeft ook een pijnlijke kant. Er moeten offers gebracht worden.

Vroeger was dit overduidelijk. Sommige zendelingen namen hun grafkist bij vertrek vast mee, niet verwachtend ooit weer terug tekomen. Sommigen gingen naar plekken waar de post maar een paar keer per jaar kwam en contact met de buitenwereld nagenoeg onmogelijk was. Voor ouders met kinderen waren de offers nog veel groter. Zij hadden twee opties. Of ze lieten hun kinderen jarenlang achter bij familie of in zendingskinderhuizen in het land van herkomst. Of ze namen hen mee naar landen waar hun kinderen aanzienlijke veiligheids- en gezondheidsrisico’s liepen. Zelfs als ze meegingen, moesten ze vaak al op jonge leeftijd naar kostscholen vanwege het gebrek aan onderwijsmogelijkheden op het veld. Kortetermijnzending bestond nog niet. Het was meestal een keus voor het leven. Het betekende het opgeven van alle comfort en zekerheden, je leven heel radicaal overgeven in de handen van God.
Sommige zendelingen namen hun grafkist bij vertrek vast mee.
Het zijn deze offers, gebracht door eerdere generaties zendelingen en hun gezinnen, die het fundament hebben gelegd voor de opkomst van de kerk zoals we die nu zien in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. In een tijd waarin offers brengen voor een goede zaak niet meer in de mode is, kunnen we hen gemakkelijk voor gek verklaren. Maar voor de huidige generatie gelovigen zijn ze een voorbeeld van wat God kan doen met zwakke mensen die bereid zijn hun leven te verliezen.

Andere tijden

Het zijn andere tijden. In sommige opzichten dan. Het ‘zendingsveld’ is veel diverser. Ging je vroeger per definitie de rimboe in, nu liggen veel zendingsvelden in steden. Het ontberen van elektriciteit, water, gas, telefoon en andere communicatiemiddelen is niet altijd meer nodig. Let wel, niet altijd, want er zijn nog genoeg zendelingen die de enorme stap maken van de Westerse luxe naar een hutje van gedroogde modder en stro.
Afscheid van familie en vrienden blijft een pijnlijk gebeuren.
Ook op het gebied van gezondheid is er veel veranderd. In veel landen is basale gezondheidszorg aanwezig, en zo niet, dan is er bijvoorbeeld de MAF om je naar een ziekenhuis in een ander land te vliegen. Dat neemt niet weg dat veel zendelingen – en hun kinderen – gezondheidsrisico’s lopen die ze in Nederland niet zouden lopen. Denk aan malaria, knokkelkoorts, hondsdolheid, tbc, enzovoort. Feit is dat er weinig landen op dat gebied zo veilig zijn als Nederland. Iedereen die wel eens een verre reis richting het Zuiden of Oosten heeft gemaakt, weet hoeveel prikken je van tevoren moet halen. Zendelingen moeten bovendien vaak leven met een standaard van verkeers- of brandveiligheid waar heel wat mensen wakker van zouden liggen.

Bedreiging
Dan is er de politieke veiligheid. Als we geloven dat God wil dat alle mensen het goede nieuws horen, dan zal dat ook betekenen dat zendelingen soms werken te midden van conflict- en oorlogssituaties. Zelfs in relatief stabiele landen kunnen zendelingen te maken krijgen met bedreiging, arrestaties en geweld, omdat de Boodschap die ze brengen weerstand oproept. Enkele weken geleden nog moest een jonge Engelse christin de ultieme prijs betalen toen zij in Afghanistan op straat werd neergeschoten.
In bovengenoemde gevallen gaat het om offers die mensen zien en erkennen. Maar er zijn veel onzichtbare offers die van zendelingen gevraagd worden. Het afscheid nemen van familie en vrienden voor langere tijd blijft een pijnlijk gebeuren, zelfs als je ze vanuit je gastland elke dag kunt bellen of mailen. Je kinderen losmaken van een veilige omgeving en ze meenemen naar een land waarvan je zelf nauwelijks iets weet, kan veel strijd geven voor ouders.

Pijnlijke periode
Voor verreweg de meeste zendelingen betekent zending de stap naar financiële afhankelijkheid. Dit kan wel eens het grootste obstakel zijn voor zendelingen op weg naar het veld. Voor Nederlanders is financiële onafhankelijkheid erg belangrijk. Je voelt je een bedelaar als je je hand op moet houden en soms wordt je zo ook gezien, zelfs door medegelovigen. Bovendien is het een grote stap van een vast salaris naar een verzameling maandelijkse tientjes en een paar collectes.
Het is een grote stap van een vast salaris naar een verzameling tientjes
De eerste jaren op het veld zijn vaak een nederig makende ervaring. Was je eerst onderwijzer, arts, dominee, accountant of zakenman, op het veld begin je als een baby. De meeste zendelingen beginnen met een periode van taalstudie, waarin je al je trots op moet geven. Je moet weer leren praten, je moet leren wat de omgangsvormen zijn, hoe je de weg moet vinden, wat je moet eten en hoe. Er is geen gouden gids met handige nummers als je afvoer kapot is, en als je huis vol rook staat kun je niet aan de brandweer uitleggen waar je woont. Altijd ben je afhankelijk van de goede wil van mensen om je heen. Voor onafhankelijke westerlingen is dat een pijnlijke periode. Voor zendingskinderen is er veel verbeterd. Er is veel meer oog gekomen voor hun behoeften, en
er zijn onder andere door internet veel meer onderwijsmogelijkheden voor kinderen op het veld. De meeste zendingskinderen zien hun omstandigheden, zeker achteraf, als een verrijking van hun leven. Toch worden er ook van hen offers gevraagd. Het zijn kinderen die vaak voor hun gevoel nergens echt meer bij horen. Die in het werkland van hun ouders als de buitenlander worden gezien, maar zich nooit meer helemaal thuis kunnen voelen in hun ‘paspoortland’. Ze moeten veelvuldig afscheid nemen, eerst van hun thuisland om zich aan te passen in een nieuw land, en als het gezin op verlof gaat, wordt dit proces weer omgekeerd. Ze komen thuis in een land dat ze zich soms niet eens meer herinneren. Tegen de tijd dat ze weer een beetje gewend zijn, moeten ze weer afscheid nemen.
Eenzaamheid
Door wat ze meemaken, kan een zendingsgezin in een wat eenzame positie komen. Weinig mensen hebben de veranderingen meegemaakt die zij hebben ervaren en er zijn er weinig die het echt kunnen begrijpen. Ook als ze weer thuiskomen na hun dienst op het veld, kan die eenzaamheid de eerste jaren nog een rol spelen. Het is een deel van het offer dat gebracht moet worden. Een ander deel van het offer brengen de thuisblijvers, de zendende gemeente, de vrienden en familie van de zendeling en het thuisfront dat hen ondersteunt. Ouders bijvoorbeeld, hebben vaak hard gewerkt om een goed bestaan voor hun kinderen op te bouwen, en nu ruilt hun kind het in voor een onzeker en afhankelijk bestaan. Ze moeten een geliefd kind loslaten en accepteren dat ze het niet langer kunnen beschermen. Dit vraagt geloof, zeker als er kleinkinderen betrokken zijn. Grootouders kunnen hun kleinkinderen niet zien opgroeien en een mate van vervreemding is onvermijdelijk.
Ouders moeten een geliefd kind loslaten
Ook van de kerk worden offers gevraagd. In een zendeling laten ze vaak een van hun beste mensen gaan, die veel betekende voor de gemeente. Van een gemeente mag worden verwacht dat zij hun zendeling naar vermogen financieel ondersteunen. Het is natuurlijk een voorrecht dat een gemeente door een zendeling zo direct kan deelnemen aan zending, maar zeker voor kleinere gemeenten kan het ook een groot financieel offer zijn.

Koelkasten
Onzichtbaar achter de lachende gezichten van de zendelingen op de christelijke koelkasten, staan mensen die hun kostbare tijd offeren in intensief gebed voor de zendeling en zijn werk. Mensen die met vreugde geven – meer dan iemand van hen zou verwachten en soms meer dan ze kunnen missen. Mensen die trouw reageren op nieuwsbrieven met bemoedigende woorden en die klaarstaan om te helpen met bijvoorbeeld het vinden en inrichten van een huis voor zendelingen op verlof. Die hun best doen anderen te interesseren en ervoor zorgen dat de zendeling niet wordt vergeten. Allemaal grote en kleine offers, zodat een onbekende groep mensen Christus kan leren kennen.
Zending vraagt offers, maar die zijn klein in verhouding met het offer dat voor ons gebracht is. De schrijver van een bekend Engels gezang, ‘When I survey the wondrous cross’ zegt het zo:
Were the whole realm of nature mine,
that were an offering far too small;
love so amazing, so divine,
demands my soul, my life, my all.
Al zou de gehele wereld mij toebehoren,
dat zou als offer niet toereikend zijn;
liefde zo goddelijk en verbazingwekkend,
vraagt mijn ziel, mijn leven, mijn alles.
Namens het TFC van Ron en Nel Scholman
Bron: De Oogst - december 2008 (Kim ter Berghe)